Er bestaan veel misverstanden met betrekking tot het beginsel  ” Scheiding van kerk en staat”.  Op verschillende manieren en bij verschillende gelegenheden wordt vaak ten onrechte naar dit beginsel verwezen.
Bijvoorbeeld tijdens debatten in de politiek en onlangs zelfs bij het aanwijzen van een stemlokaal in Den Haag. Burgemeester van Aertsen vond, met als argument scheiding van kerk en staat, dat er geen stemlokaal in een kerkgebouw mocht worden aangewezen. Waarschijnlijk is hij gecorrigeerd want later heette het dat een stemlokaal in een kerk voor mensen een belemmering zou zijn te gaan stemmen. Ook in de raad van Neder-Betuwe wordt nog wel eens, als een christelijk partij een standpunt inneemt ten onrechte naar dit beginsel verwezen en een inwoner van Ochten vond zelfs dat de voorzitter van de raad aan het begin van de raadsvergadering geen gelegenheid voor bezinning of gebed mocht geven met hetzelfde argument.
Hieronder een definitie zoals die te vinden is op internet bij Wikipedia.

Van scheiding van kerk en staat is sprake wanneer de kerkelijke macht en staatkundige macht niet in dezelfde handen zijn en zij geen beslissende invloed op elkaar uitoefenen.
Scheiding van kerk en staat betekent dat de staat en de kerk ieder hun eigen zaken regelen en zich niet met elkaar bemoeien of elkaar de regels voorschrijven. Het gaat bij deze scheiding dus in de eerste plaats om het organisatorisch en bestuurlijk gescheiden houden van deze twee grootheden. De overheidsdienaren bemoeien zich niet met de kerk en de dienaren van de kerk bemoeien zich niet met de staat.
De scheiding van kerk en staat betekent dus niet de scheiding van religie en politiek, al is dat een gangbare misvatting.

Ik hoop dat er wat over dit onderwerp meer inzicht zal komen en dat men het begrip "scheiding van kerk en staat" op een juiste manier zal gebruiken.

Voor wie belangstelling voor dit onderwerp heeft is er op internet een scala van sites te vinden.